Le Triangle Noir

Le Triangle Noir

Had ik al eens verteld dat we hier in “Le Triangle Noir” (de zwarte driehoek) van Frankrijk wonen? Daar hebben we ons huis niet op uitgezocht, maar het is toch vrij bijzonder: er is hier zo weinig lichtvervuiling, dat we de mooiste sterrenhemel van Frankrijk kunnen aanschouwen. Niet alleen is er weinig bebouwing en populatie, er wordt ook actief meegewerkt met het in stand houden van de donkerte: alle straatverlichting gaat later op de avond uit. 

Als Nederlander is dat een vreemde gewaarwording: je ziet werkelijk geen hand voor ogen op een maanloze nacht. Zodra je het licht uit doet heb je het gevoel alsof je blind bent. We hebben allebei een zaklampje naast ons bed liggen anders vinden we de weg naar de wc niet. Tijdens onze huizenruil ervaringen viel het ons extra op hoe hel verlicht de nachten in Nederland zijn. We zaten een paar weken in een nieuwbouw appartement in het centrum van de stad. Een supergave plek. Maar het slaapkamerraam keek uit op een binnenplaats waar wel veertig  felle lantaarns de hele nacht brandden dat je een verduisteringsgordijn nodig had om te kunnen slapen. Met het raam en het gordijn open, ging dat eigenlijk niet. Terwijl iedereen toch een telefoon bij zich heeft met een lampje erin tegenwoordig. De andere adressen zelfde verhaal, er stond altijd een lantaarnpaal naar binnen te schijnen. Blijkbaar heeft niemand er last van. 

Maar wij weten nu: je weet niet wat je mist! Het is zo mooi elke keer als het helder is, dat het lijkt of de sterren op je hoofd vallen, zo fel, en zo veel. Als je uit de auto stapt: Verrassing! Als we uit de keuken naar huis lopen in het donker: Verrassing! Als we even de honden uitlaten ’s avonds laat: Verrassing! We hebben ooit een goede verrekijker gekocht en die komt hier goed van pas. Door die kijker zie je nog zoveel meer, we liggen soms ademloos op een ligbed bij het zwembad in de verte te staren. Want vooral in de zomer zie je hoe de hele Melkweg zich over het dak van ons huis uitstrekt. 

Toen we hier net woonden kregen we te maken met Corona. De Franse president Macron kondigde dat op theatrale wijze aan: we zijn in oorlog, met een onbekende vijand! Het wás natuurlijk ook eng. En op een van die eerste lockdown avonden stonden wij weer naar de sterrenhemel te turen toen we een satelliet over zagen komen. Op zich niks geks, maar op korte afstand ervan nog eentje. En op dezelfde afstand nóg één. Felle lichtpuntjes, en het ging maar door, we telden er wel dertig en we raakten een beetje in paniek. Wat is hier aan de hand? Er is in China een besmettelijk virus uitgebroken en nu worden we van alle kanten bespioneerd? Komen de Chinezen Europa overnemen? Of krijgen we bezoek van een buitenaardse beschaving? We zijn gauw naar binnen gegaan om te googelen. De   “lange sliert satellieten” bleek het Starlink project van Elon Musk te zijn. Oók verontrustend maar vooralsnog voor een goed doel: overal op aarde internet. Wat hij verder allemaal kan aanrichten in een gekke bui met zijn twaalfduizend satellieten willen we waarschijnlijk niet weten. 

Tegenwoordig weet ik de Grote Beer moeiteloos te vinden, en ook de Kleine Beer, de Poolster en Cassiopeia. Dat vind ik al heel wat. We werden laatst uitgenodigd om op een wolkenloze avond met een astronoom op pad te gaan. Dat leek ons leuk want we hebben weleens bedacht om hier een telescoop neer te zetten maar het is er nog niet van gekomen Deze meneer zou er twee meenemen en er natuurlijk uitleg bij geven. We verzamelden op een van de hoogste heuvels hier in de buurt met een 360 graden uitzicht. Het was stervenskoud maar ook aardedonker. We zagen niet alleen een stukje maan met al z’n kraters en puisten, maar ook de ringen rond Saturnus, de manen rond Jupiter, andere sterrenstelsels zoals Andromeda, de vlamnevel in Orion, de Paardenkopnevel, al die namen, de hoeveelheden, de afstanden, en dan nog al het onbekende, het gaat je gewoon duizelen. 

Het effect op mij is dat ik me afvraag waar wij mensenwezens de arrogantie vandaan halen om te denken dat we de enige -min of meer intelligente- levende wezens zijn in dit heelal. Natuurlijk niet!! Kijk eens even om je heen! Natúúrlijk is er nog meer leven dan alleen maar op planeet aarde. En er volgt een toestand van overrelativering zoals: we zijn hier met z’n allen de boel behoorlijk aan het verzieken, straks is er geen brandstof, geen zuurstof en geen schoon water meer, maar op een andere planeet wel. Worden we de volgende keer toch gewoon daar geboren? Terwijl astronauten vanaf dat heelal neerkijkend op de aarde het “overview effect” krijgen en zich juist het omgekeerde realiseren: wat is de aarde enorm kwetsbaar met z’n dunne atmosfeer en wat moeten we er zuinig op zijn. En zo is het natuurlijk, want verhuizen is geen optie. 

Dus ik heb een tip voor alle gasten die nog komen gaan: neem een verrekijker mee (die van ons mag je uiteraard lenen, maar tegelijk kijken is wel zo leuk), of je camera met statief. Er worden vanuit onze tuin de mooiste foto’s gemaakt van sterrensporen en de Melkweg. We hebben hier een sterrenkaart liggen, zodat je precies kunt zien waar alle sterren staan op de datum dat je gaat kijken. En er zijn natuurlijk ook apps te downloaden zoals Skyview of Ster3D maar volgens onze huisastronoom is het licht van een smartphone storend voor je ogen als je die er steeds bij pakt. Maak ook maar vast een lijstje met wensen want je ziet gegarandeerd een paar “étoiles filantes”. Er gaat een wereld, wat zeg ik, een hemel…. een heelal voor je open hier op Pech Blanc!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Januari

Januari

Januari is ook hier in Frankrijk de saaiste maand van het jaar. Koud, donker, meestal grijs en niks leuks in de pen. Het enige verschil met Nederland is dat het hier niet altijd waait. Als ik lees over storm en gure windvlagen in Nederland dan ben ik toch weer blij dat we hier zijn; harde wind hebben we hier niet vaak en dat is heerlijk. Daarbij: wij weten dat het over een maand weer zo warm kan zijn dat we buiten kunnen lunchen. In Nederland moet je daar dan nog minstens drie maanden op wachten. Ik hou van winters, maar het moet niet te lang duren en daarmee zitten we hier prima. 

Saai is het wel een beetje zonder toeristen. De meeste restaurants zijn gesloten. Maar er gebeuren wel dingen, je moet alleen goed zoeken en rondvragen. Op de markt bijvoorbeeld hebben we een favoriete worsten kraam die gek genoeg ook brood en taarten verkoopt. Chantal, de eigenaresse, is altijd allervriendelijkst en enthousiast. Dat maakt een bezoek aan de markt zo leuk, die mensen daar die inmiddels precies weten waar we vandaan komen, wat we willen kopen, welk woord we niet uit kunnen spreken en welke olijven we het lekkerst vinden. Maar sinds twee weken is de worsten kraam anders ingericht en is Chantal er niet meer. We zagen haar wel lopen en toen vertelde ze dat ze met pensioen is. De kraam is verkocht en ze brengt haar tijd nu niet achter de kraam door, maar ervóór, ouwehoerend met haar oude clientèle. Want dat mist ze wel. 

We hoorden ook dat één van onze favoriete restaurants misschien ophoudt te bestaan. Het werd gerund door twee vrouwen, getrouwd, maar sinds een jaar had de leukste van de twee er zomaar een restaurant bij gekocht in een dorp op wel een uur rijden van het eerste restaurant. Ze kwam daar iets van de inboedel ophalen, maar ze vond de ruimte zo gaaf dat ze de hele hut gekocht heeft. Ze zou het zelf gaan runnen en haar vrouw zou dan in het oude restaurant de boel blijven draaien. Daar moest ik een beetje van fronsen. Maar wanneer zien jullie elkaar dan nog? Vroeg ik haar. “Uhhh, ’s nachts denk ik?” riep ze stralend, want het is een ontzettende vrolijke meid. Maar het heeft ze toch genekt ben ik bang want ze zijn uit elkaar. Het nieuwste restaurant is blijvend gesloten en wat er nu met de oude gebeurt is dus nog de vraag. 

Onze dorpskern ligt overhoop wegens de bouw van een medisch centrum. Daar kun je ook een heleboel vraagtekens bij plaatsen want de huisartsen zitten nu in een pand dat hun eigendom is en daar willen ze helemaal niet uit, wordt er verteld. En zou er echt een tandarts komen? Die van ons moesten we met een loep zoeken en we moeten er een uur voor rijden. Op zich lijkt het me wel prettig als er een nieuw onderkomen is. De wachtkamer van de huisartsenpraktijk is een claustrofobisch hokje waarvan het raam is dichtgekit en er staat ziekmakende zwarte schimmel op de muren. Zo blijf je lekker aan het werk als arts, dat wel. De fysiotherapeute waar ik een paar keer geweest ben had een stoeltje in de gang staan waar ze zichzelf tien keer in het uur dat ik daar wachtte langs moest wringen om haar handen te wassen. Het pand hing zo ongeveer met plakband aan elkaar en toen ik eindelijk aan de beurt was, gaf ze onderwijl instructies aan de bejaarde dame achter het gordijn en was ze ook in gesprek met degene die nu op het stoeltje in de gang zat. Zij zou wel een een nette en ruimere werkplek kunnen gebruiken, misschien dat ze dan wat beter kan focussen. 

Ondertussen is het grootste pand in het dorp dat altijd een onderkomen was voor passerende pelgrims op weg naar Santiago, na jaren leegstand eindelijk verkocht. Het is een mooi hoog en statig gebouw met lavendelblauwe luiken. We hebben er vaak verlekkerd voor gestaan tot we de foto’s van het interieur zagen. Daar was al een jaar of tachtig niks aan gedaan. Daarbij ligt het aan de doorgaande weg met best veel zwaar verkeer. Wij zitten vijf kilometer van het dorp vandaan in absolute stilte en dat willen we voor geen goud inruilen. We zijn benieuwd wat er in komt. We hopen dat er weer een hostel voor pelgrims komt want er is gebrek aan overnachtingsmogelijkheden in de omgeving. Het is big business langs de route. Af en toe hebben wij ook wandelaars, maar voor de doorsnee pelgrim zijn we te duur.  Ik moest eens een koffer ophalen die verkeerd was afgeleverd, zo’n dertig kilometer verderop. Die chambre d’hôtes richtte zich helemaal in op wandelaars: het wemelde er van de uitgeputte mensen op sokken en blote voeten. De hele gang stond vol met bagage, wandelstokken en schoenen. Het leek me altijd leuk, zulke mensen ontmoeten, die allemaal hun eigen verhaal hebben waarom ze zijn gaan lopen. Maar in de praktijk denk ik dat het vooral heel veel gedoe is, want iedereen blijft maar één nacht. Als ze aankomen zijn ze moe en voor dag en dauw zijn ze alweer vertrokken. 

Het lijkt hier dus wel stil te staan, het leven, maar stiekem gebeurt er van alles. Desalniettemin is januari mijn minst favoriete maand. Ach, het wordt vanzelf weer februari. En dan gaan we gewoon weer aan het werk.