Wandelaars

Wandelaars

Aangezien we hier dagelijks twee honden moeten uitlaten en de natuur zich tot ver voorbij de horizon uitstrekt zijn we in de loop der tijd steeds verder gaan wandelen. En toen we overal markeringen zagen op bomen en palen zijn we gaan zoeken wat voor routes daar bij hoorden. Dat bleken er heel veel te zijn. Fransen zijn gek op wandeltochten. Een gemiddelde wandeling is tussen de acht en dertig kilometer lang, je kunt je dus de hele dag uitleven zonder te verdwalen. Dus toen we een manier zochten om meer bezoekers naar onze B&B te krijgen kwamen we uit op wandelvakanties. In de zomer loopt het hier wel vol met vakantiegangers, maar juist in de lente en in het najaar is het heerlijk om deze mooie omgeving te verkennen. We hadden inmiddels zelf al zo veel routes gelopen dat we de mooiste konden voorleggen aan onze gasten. 

We zochten de samenwerking op met SNP Natuurreizen omdat we dachten dat we daar met onze kleinschalige B&B midden in de natuur wel tussen pasten. Dat vonden zij bij SNP gelukkig ook en zodra de wandelroutes geregistreerd waren in hun app en alle informatie en foto’s online stonden kwamen de eerste boekingen binnen. Dat begon al in februari, precies wat we hoopten! Na de eerste goede review stroomden de aanvragen in groten getale binnen. We wilden wandelaars en ze kwámen! Dat hele pokke-eind hierheen rijden! Wat een opsteker! We hebben dit seizoen bijna honderd wandelaars te gast gehad die allemaal een dag of vijf bleven. 

We kunnen concluderen dat wandelgasten over het algemeen mensen zijn die zich goed kunnen vermaken; het zijn vrijwel altijd mensen die ook van lezen houden. Er lagen dikke boeken op de nachtkastjes en een enkele reader. Bij het wisselen van de handdoeken checkte ik altijd de titels voor de broodnodige inspiratie. We hebben halverwege het seizoen nog de verlichting in sommige kamers aangepast omdat we opmerkingen kregen dat er geen goed leeslicht was. Spelletjes waren ook populair. We hebben een stapel ouderwetse spellen liggen van toen de kinderen nog klein waren, maar er blijkt een heel arsenaal aan nieuwe bordspelen op de markt te zijn, die er verdomd ingewikkeld uitzien. Ik heb een man die spelletjes háát, dus daar zit ik mooi mee, zo in the middle of nowhere, maar nu mocht ik af en toe aanschuiven voor een potje Rummikub of Scrabble. Misschien dat ik volgend seizoen de moed heb om zo’n nieuw spel te leren. 

Qua wandelfanatisme was er echter geen pijl op te trekken. We kregen mensen van ver in de zeventig die we een kamer op de begane grond toewezen want die zou na al die kilometers wel moeite hebben met de trap. Nou, die vlogen als een dolle al die heuvels over en gingen daarna nog wat baantjes trekken. Ze vonden de wandelingen ook wel geschikt voor trailrunning. Dat is de onbegrijpelijke hobby waarbij je niet alleen kilometers maakt maar ook nog rennend. Over onverharde paden. Een activiteit waar ik in de eerste twintig meter al een enkel zou breken, maar er zijn mensen die dat leuk vinden en kúnnen. We vonden het ontzagwekkend. En we dachten meteen het geheim van een lang en gezond leven ontrafeld te hebben: in beweging blijven! Dat is de sleutel! 

Er waren alpinisten bij die de laffe driehonderd meter stijging wel een aangenaam tussendoortje vonden, en Hollandse wandelaars die het al te pittig vonden en van alle routes slechts de helft liepen. Jonge mensen die na een dag of dag twee afhaakten en liever een stadje gingen bezichtigen en doorgewinterde stappentellers die vroegen om tochten met meer kilometers. Mensen die al met een blessure aankwamen en met behulp van een brace en wandelstokken toch zonder te klagen het programma doorliepen. En stellen waarvan de één over een uitstekende conditie beschikte maar de ander helemaal niet. We hadden veel trouwe SNP wandelaars die eigenlijk altijd via die organisatie boekten en Nederlanders die ons toevallig op SNP hadden zien staan en helemaal niet kwamen om te wandelen. 

We hadden super eigenwijze mensen die in veertig graden toch een behoorlijke wandeling wilden maken en onze waarschuwingen negeerden. “Ga dan op zijn minst deze route lopen want dat is langs het water en er is vrij veel schaduw”. Maar nee, het plan was getrokken dus die kwamen na uren totaal oververhit en uitgeput weer terug. En we hadden gasten die hele specifieke wensen hadden: we willen graag een korte wandeling met alleen een klimmetje in het begin, mooie uitzichten en liefst in de buurt van een terras waar we na afloop kunnen lunchen. Dat was altijd leuk, om uit alle routes die we hier geregistreerd hebben, degene te vinden die het beste aansloot bij die criteria. Want de één wilde langs dorpjes, de ander alleen maar natuur, de volgende hield niet van smalle paadjes en die daarna wilde liefst langs de rivier blijven. 

Die veertig graden, dat was natuurlijk in het hoogseizoen. In juli en augustus wordt het hier zomaar zo heet. Dat hebben we ook nadrukkelijk bij SNP in de omschrijving laten zetten want denk maar niet dat je in die temperaturen nog iets actiefs wil doen. Maar als je in februari iets boekt kun je je daar waarschijnlijk niet zo’n voorstelling van maken. Of je hunkert zo naar warmte dat je denkt dat het heerlijk is om in augustus in Zuid-Frankrijk de heuvels te trotseren. Het was in elk geval ook in de zomervakantie druk met wandelaars, wat wij onbegrijpelijk vonden. Het enige moment van de dag dat het nog een beetje aangenaam was was voor tien uur in de ochtend. Dus sommigen gingen voor het ontbijt al de deur uit, heel verstandig. Anderen gooiden de handdoek in de ring en maakten een kanotocht, het beste alternatief als je het mij vraagt. In het zwembad drijven was ook een optie natuurlijk maar dat is voor echte wandelaars waarschijnlijk te passief. 

Hoe het ook zij, we hadden een super seizoen, met heel veel mensen die hetzelfde ritme hadden als wij: vroeg op, de hele dag buiten en vroeg weer naar bed. Volgend jaar heeft SNP nog meer routes in de app staan, zodat er meer keuze is, en misschien ontdekken we nog wel nieuwe, deze winter, want wij gaan weer lekker op pad. 

NB: de foto is niet van hier maar van een wandeling in de Pyreneeën. Voor foto’s van de wandelvakantie in de Lot klik je hier

Het Wilde Zwijn

Het Wilde Zwijn

Toen onze jongens allemaal tieners waren zijn we met ze naar Zuid-Afrika op vakantie geweest. Het was voor het eerst dat de inspiratie voor een vakantiebestemming maar niet wilde komen. Dat klinkt verwend en dat is het ook. Het was in de tijd dat we steeds verder en sensationeler op vakantie wilden, zoals iedereen, en dat je gewoon van gekkigheid niet meer wist waar je dan naartoe moest. Toen vrienden van ons met het gezin een hele route door Zuid-Afrika hadden uit laten stippelen heb ik, met hun toestemming, dat reisbureau gebeld en gevraagd of ze een exacte kopie van die reis voor ons wilden regelen. Behoorlijk on-creatief vond ik van mezelf, maar deze vrienden hadden we tijdens een andere grote reis ontmoet dus ik kon er van op aan dat ze dezelfde wensen hadden. Bovendien vond iedereen het leuk om dit met z’n allen te doen. We waren natuurlijk heel benieuwd of we the Big Five gingen zien: de leeuw, de neushoorn, de buffel, de olifant en de luipaard. Of het luipaard. Kan allebei. 

 

Een leeuw zagen we al vrij snel, maar niet een hele wilde. Het was een tamelijk relaxte, die notabene langs het hek van de ingang het Krugerpark slofte, precies daar waar iedereen uit de auto stapte om een toegangsbewijs te kopen. Paniek alom, maar het dier was totaal niet geïnteresseerd in al die mensen. Eenmaal in het park kreeg onze gids na een hele tijd rijden een melding van een leeuw, stuurde met grote vaart zijn jeep erop af, en toen waren we een van de vele jeeps met toeristen die mochten aanschouwen hoe een verdoofde leeuw op de grond lag en een aantal rangers monsters aan het afnemen waren. Een nogal deprimerende ervaring vond ik dat. Het leek verdorie wel een suffe dierentuin na sluitingstijd. De neushoorns waren daarentegen wel super indrukwekkend, temeer omdat ik met een telelens naar ze keek en zij recht in de lens naar mij terug staarden. De kudde buffels was prachtig en minstens zo eng, want ze zijn groot en met zo véél. De olifanten waren bizar onzichtbaar in het struikgewas totdat ze recht voor je neus stonden. Maar waarom de giraf niet tot the Big Five behoort snap ik niet; ze zijn minstens zo groot en eigenlijk mijn favoriet, met die lieve wimpers aan hun ogen. Bovendien zijn ze volop aanwezig, in tegenstelling tot het luipaard, dat volgens mij helemaal niet bestaat. We hebben er nooit een gezien en ik vermoed dat de hele toeristenbranche in Zuid-Afrika draait op de mythe van het luipaard: iedereen moet weer een keer terugkomen en op safari om die vijfde knoepert te zoeken, maar niemand zal hem ooit vinden. En dan nijlpaarden, toch ook behoorlijk big en levensgevaarlijk. Die beesten hebben ons nogal wat angst bezorgd, want onze kinderen wilden ’s avonds gezellig naar het marktje in het dorp, maar wij hadden gelezen dat in dat dorp de nijlpaarden na zonsondergang gewoon door de bermen banjeren, want dan komen ze massaal uit het water. En onze pubers waren natuurlijk helemaal niet voor zonsondergang weer terug in het hotel zoals afgesproken. Maar ze leven allemaal nog, ze waren zich uiteraard van geen kwaad bewust. 

 

Hier in Frankrijk wordt ons vaak gevraagd of er veel wilde dieren rondlopen. Of er bijvoorbeeld beren zijn of wolven. Voor beren moet je volgens mij naar de Pyreneeën en wolven: als ze in Drenthe rondlopen dan hier toch zeker ook, maar we hebben geen statistieken. Andere dieren dan? Jazeker! Over hertjes en Bambi’s heb ik het al uitgebreid gehad. Regelmatig zien we een vos lopen, met hun mooie dikke staart. Afgelopen week zagen we voor het eerst een levende das in de koplampen rennen. Tot nog toe zagen we die alleen op onze wildcamera: Elke avond kwam de buurtdas uit de vijver drinken. 

 

Laatst was het volgens mij Nationale Marterdag: Ik heb er op een dag drie zien lopen op verschillende plekken, terwijl ik er daarvoor nooit één gezien had. Marters zijn trouwens minder schattig dan ze doen voorkomen. Ze weten elke kippenren die niet hermetisch is afgesloten binnen te dringen en richten er een bloedbad aan. Onze franse buurjongen heeft al menig keer ’s morgens de resultaten van zo’n drama moeten aanschouwen. Hij koopt elk jaar twintig kippenkuikens en degenen die het best groeien worden in de pan gegooid en de andere tien mogen blijven voor de eieren. Zo gaat dat op het Franse platteland, er is wel dierenliefde maar ze blijven er behoorlijk nuchter onder. Marters zijn ook zeer bedreven in het doorknagen van de bedrading van je auto. Dus als je auto ineens allerlei vreemde meldingen geeft en nauwelijks meer rijdt, dan is er waarschijnlijk een marter aan de gang gegaan en heb je voor honderden euro’s schade. Hier spreekt ervaring. 

 

Het Franse equivalent van het Zuid-Afrikaanse luipaard is het wilde zwijn. Die zie je ook nooit. Eén van de eerste avonden hier lieten we ’s avonds laat de honden even uit op het pad, aardedonker zoals altijd, toen we plotseling in het veld geknor hoorden. De honden schoten er meteen naartoe en toen hoorden we een heel zwaar beest weg galopperen. Dat moet er een geweest zijn. Even daarna heb ik er wel één gezien, maar op grote afstand: Theo ging het dal in met de honden en ik bleef thuis. We hebben bij het raam aan de dalkant een kleine verrekijker liggen voor de betere wildspot momenten. Nou, ik had er één te pakken, want op die klaarlichte dag ging ik even kijken of ik Theo zag lopen met de honden maar in plaats daarvan zag ik een groot zwart beest door het dal rennen. Ik kon mijn ogen niet geloven. Het was ook zo ver weg en het is niet de beste verrekijker. Dus nu denk ik wel dat hij bestaat, het zwijn, maar we kunnen helaas nog geen bewijs leveren. De buurman heeft vorige winter zijn auto op het toegangsweggetje moeten stilzetten, omdat er ’s avonds laat een hele familie overstak. Een grote met slagtanden en een hele trits jonkies erachteraan. Ik geloof het gewoon niet. Nu is het gras beneden in het dal weer omgewoeld en we hebben er al drie dagen de wildcamera staan, want dat schijnt het werk van wilde zwijnen te zijn. Vol verwachting lopen we elke ochtend naar beneden met de honden, om de beelden te bekijken. Vanochtend lag hij zelfs omvergelopen in het gras, dus dat moest toch gefilmd zijn, zou je denken. Maar nee hoor. We kregen alleen mistige foto’s. Terwijl er volgens mij helemaal geen mist was vannacht. En zo blijft de mythe in stand. Het wild zwijn, ik geloof pas dat ie bestaat als ik er eentje met eigen ogen of apparatuur gezien heb. Dat geldt ook voor gasten. Je moet terugkomen, totdat je een wild zwijn kunt afstrepen.